Gewoontjes
Ik heb ze reeds jong geschreven, mijn verzen,
Voordat ik wist een dichter te zijn,
Als vuurwerk spattend, vonkend en vol leven,
Bruisend als een fontein,
En die als kleine duivels binnendrongen
In 't rijk dat vol van droom en wierook was,
Mijn verzen, die de dood, de jeugd bezongen,
- En niemand die ze las! -
Die op bestofte winkelplanken kwijnen
(Waar niemand ze een blik ooit waardig keurt!),
Mijn verzen komen, zoals goede wijnen,
Nog wel eens aan de beurt.
Geplaatst in de categorie: spijt