Sonnet voor de Sultan van Kalantan
In het paleis
Dronk men uitsluitend jasmijn thee.
De fonteinen fonkelden kristal
En blauwe vogels floten.
Door de klaterende hallen
Wandelden verrukte hofdames,
Terwijl de wervelende
Hemelschilderingen lachten.
Ik mocht mijn saxofoon bespelen
Voor de Sultan, in een grote zaal
Van marmerroze bogen.
Nooit klonk de blues
Lichter dan voor deze man
Op deze plaats.
Geplaatst in de categorie: muziek