Gerept
Wanneer ik mij in diepe mijmering
langs bos en beemd ophou
en met kansarme verzekering
maar grote vreugd aanschouw ….
… hoe een pad zich vult met lentelucht
na lange winterpoos
en luid kwakend het dril bevrucht
verzinkend in het kroos
… hoe de goudveil zijn blaadjes spreidt
in onbezoedeld kwel
en het sleutelbloempje slank gedijt
langs de boorden van het veld
… hoe ‘t Vliegend Hert zich gulzig voedt
met sap uit d’eikebast
en ‘t koekoeksei wordt uitgebroed
als was het ’s Konings gast
… hoe de ransuil zijn roestplaats vliedt
onhoorbaar in de nacht
en hij zijn braakbal onbespied
verstopt na trotse jacht
dan denk ik terug aan het biotoop
uit overgrootva’s tijd
en treur om de verzwonden hoop
op ongerepte maagd’lijkheid
Inzender: JGF, 17 juni 2006
Geplaatst in de categorie: natuur