Bomen over bomen.
Gescheurd is de bast en uit de ruige stam
sijpelt kleverig klam het sap van de berk;
eens slank en rank wiegend, soepel en sterk
reeds lang voordat ik ter wereld kwam.
Even oud staat naast haar, nog stram en fier,
zich traag krakend buigend bij harde wind
de boom, die ik bewonderde als kind,
een meer dan twintig meter hoge populier.
Ze stonden er al vóór ons huis werd gebouwd;
zijn met mij gegroeid, staan er nog, als eerbetoon,
al ruim honderd jaar. Ook nu ik er niet meer woon
is het weerzien, weemoedig voelend, zeer vertrouwd.
Ens zullen zij sterven of eerdaags worden gerooid.
De oude berk en haar makker, de populier -
Nu het nog kan breng ik aan hen een ode hier,
hopelijk lang voordat eens mijn as wordt verstrooid.
Geplaatst in de categorie: tijd
sijpelt kleverig klam het sap van de berk;
eens slank en rank wiegend, soepel en sterk
reeds lang voordat ik ter wereld kwam.
Sterk hoor, Günter, toepasselijk op al wat leeft en "barstjes" vertoont. En wie zoveel van bomen houdt als ik kan niet anders dan over bomen bomen...