Faro
waar ’t land zich schier tot eiland tongt
en bunkers kaal uit duinen zweren
wieken zich stralen door de nacht
als dorsers die de polders scheren
grauwend uit zwarte duisternis
hoor ‘k schepen en baleinen hoornen
weergalmend in d’onmeetlijkheid
van trage lankmoedige tonen
bundels priemen door mist en zwerk
klauwen verloren, blind en koud
heel desolaat duiden ze ‘t land
aan kraaienest en marineschout
Zie ook: http://www.gedichtegedachten.be
Schrijver: Aramis
Inzender: JGF, 4 december 2006
Geplaatst in de categorie: landschap