Arme Vrouw
Wat lijken haar haren grauw!
Dof, de ogen, als in rouw.
De elegante staart van toen,
het fraai gezicht zo koen,
verstopt in een soort pet.
Haar wiegende tred?
Schokt! Ooit zo mooi,
loopt ze thans in zooi.
Die prachtig pralende billen,
ze trillen. Nee, ze lillen!
Wie lief heeft wil ik niet, deed ze.
Wat had kunnen heten, meed ze.
En zie, zonder liefde wordt ze oud,
stijf haar hart, de lippen zout,
die mooie mond met korsten,
vellen, haar eens rijzende borsten!
En ach, die ooit stralend ronde kuiten,
nu van een oud orkest de sectie fluiten.
Vrouwe, eens mijn muze van het licht,
Zo is dit nu wel uw laatst gedicht.
Geplaatst in de categorie: erotiek