Droombazuiners ochtendgloren
Droombazuiner Schudde
zijn warrige haar
in sneeuw uiteen
en besloot maar te ontwaken
hij keek, om zich heen
was de wereld van vijf voor twaalf
met klokken vol richtingwijzers
en woonkazernes voor mensen die
al (zelf)beeldschermend in oorlog door
snelwegen vol snijpunten scheurden
alles leek
in vreemde driehoeksverhoudingen
rechtlijnig
gevoel gleed aan kabels
het zenuwstelsel in
temidden dit
besloot hij zijn vrienden op te zoeken
de verdragsmid en de zielepijnstiller
het was een bont drietal
dat daar in de vierde kamer van het
op hol geslagen hart
samen zat
ze raakten de grote leegte aan
in de holle kasten
waar zielspiegels hadden gezeten
ontstaken ze fakkels
van besmettelijk licht
voor troostelozen
ze plaveiden diepe kwetsuren
terug tot onbevangenheid
die ontklemmend
van de hand een haven maakte
waar vreemden hun verleden konden laten groeien
tot een park van verhalen
onvermoeibaar werkte het drietal door
ze legden in de mond een vis
die in tijden van droogte zou spartelen
en articuleren wat hem weg deed rotten
de magere jaren bestrijden met profetie
maar al wat goed was zou hij laten
overstromen
in watervallen beminnelijkheid en onschuld
tenslotte maakten ze het brein
het terrein van de hersenspin
keken rood op en
zwegen
de zon kwam op
ze hadden waarlijk
een prachtig kind gebaard
de mensen noemden het
Droombazuiner
Verdragsmid
Zielpijnstiller
En sommigen zelfs: het licht
Zijn gebrabbel
Verhalentuin, of hersenspinsel
Men legt het neer
in het stro van zijn breekbaarheid
spiegelt zijn kleinheid, en zijn grote dromen
zijn eerste woordjes:
“wees niet bang”
Geplaatst in de categorie: feest