nachtmerrie
Het woud was koud en
sneeuwwit in mijn droom de stammen
star als uit puur marmer;
als zacht steunen
liep het water uit de poriën
van een zwarte hemel
en verdween in alle bekkens
steeg de waterstand en ‘k wist
dat ik nog sneller lopen moest
tussen de tenen
voelde ik het spartelen
van weke vissen
De waterdruppels troffen
mijn huid als vuisten
kletterden hun geluid
in mijn oren
Ik bad tot mijn Godin
smeekte, raasde; zag Haar
aan Haar voeten opgehangen
over het laatste bekken
zag in het bloederige water
spiegelend Haar gezicht
met opengesperde ogen
en de plots
in kreet verstarde
versteende mond
sterfelijk
verschrikken.
Zie ook: http://sunset.deds.nl
Schrijver: sunset, 26 mei 2007
Geplaatst in de categorie: tijd