Voor moeder
Dag moeder, zeg ik,
en daar zit je dan,
ether in de hoeken van je ogen,
ik wil het verwarren met tranen,
maar het gevecht met de redelijkheid
is allang verloren.
Vroeger was ik voor je een open blad,
elke nerf kon je beschrijven
als een tak van een boom in een park
waar de winter geen ziekte was,
elke haar had je geteld,
elke traan vermeld.
Waar werd ik mistig?
Langzaam breide je een sluier om mijn hoofd,
eerst mijn ogen, dan mijn mond,
als laatste dan maar mijn hart rond.
Het lied dat je neuriëde
werd mij langzaam vreemd.
Heb ik je vandaag
voor het laatst vermoord?
Geplaatst in de categorie: afscheid