De pijp aan Maarten
Ik dacht te zijn
maar ik was monddood
het was zij die floot
op lippen
roze en zoet
De lucht verstond de belofte
al was eigenwijsheid haar
grootste goed, benedendeks was
zij de kapitein en ik de schrobber
in haar hand
Toch eenmaal aan de bovenrand geraakt
waar de zon haar ogen spleet en
haar grimas kathedraalde tot in de
kerkers van de haat was zij slechts mens
die mij deed boeien zonder ketenen en wrok
Maar ze harnaste zich te vast
aan 't verleden dat dán toch
haar groei verslond en zij zeer
ontevreden de pijp aan Maarten gaf
- de enige die haar verstond –
Geplaatst in de categorie: individu