In een omhelzing
Door een zuchtje wind
Knakte de boterbloem
Van ’t zondagskind
Jong, veel te jong
Maar zo verliefd
Op mij en de bloem
Aangedaan, gekliefd
Ze was enkel in haar hoofd
Waar wolken stapelden
En schapen zwart werden
Enigszins verdoofd
Ik zag dit alles op afstand
Ogen traanden, echo’s zongen
Ik zocht naar bloemen in ’t land
We spraken niet, geen gebaren
Ik gaf enkel een nieuwe bloem
Om haar tranen te bedaren
Ze was broos en zacht
Bij de aanraking van haar hand
Schonk ze mij een lieve lach
Wij konden niet meer wachten
Wij stierven voor elkaar
In een omhelzing te verzachten
Geplaatst in de categorie: liefde