Ik heb vannacht al jouw ribben geteld
Ik heb vannacht al jouw ribben geteld;
niet langer kon ik wachten,
jij lag daar roerloos uitgeteld,
geveld door vreemde krachten.
De sterrenhemel was ons bed;
de maan, toegangspoort tot vrede,
het heeft ons echter niet belet
o, vrouw van goede zeden.
Jij bent nu kundig bijgezet
in het pantheon der goden,
al wat rest is eeuwigheid,
osmose blijft verboden.
Geplaatst in de categorie: liefde