Zonnestralen
Zonnestralen schitteren naar beneden,
Een jongen kijkt en lacht naar boven,
Om te genieten, van de rust en de vrede.
Dromend probeert hij te geloven,
Hoe prachtig het kan zijn,
Op deze plek, kalm en fijn.
Morgen is hij weer hier,
Maar dan samen,
Samen maken zij plezier,
Hun gedachtes en lichamen.
Wanneer hij weg is is het donker,
en koud,
De sprankeling wordt een onopgemerkte flonker.
Het licht dat hem zo bezighoud,
Wordt opgeslokt door het kille woud.
Als hij samen weer terug komt,
Wordt hij door een ieder verwelkomd.
De bomen wiegen in de wind,
Als een klein spelend kind.
De vogels tjilpen vrolijk op de maat,
Alsof het altijd zo gaat.
Bloemen stralen van pracht,
Met stelen felgroen en blaadjes boterzacht.
Zij kust hem en ligt naast hem,
Zachtjes klinkt zijn lage stem.
Over zonnestralen en dromen,
Waarin ook zij ooit zullen komen.
Geplaatst in de categorie: liefde