Weemoed
Terug naar de dagen van levende onschuld
toen ons lachen zich mengde, licht doch massief
een vriendschap gedragen door engelengeduld
verlang ik, mijn chronische lief
Jij blijft onvindbaar, hoe diep ik ook delf
op zoek naar vergane perfectie
Mijn rudimentaire affectie
geldt jou, monument van jezelf
Neem jij nu de moed
mij een glimlach te geven
dan zweef ik heel even
in hemelse gloed
Maar desinteresse ontsiert dezer dagen
jouw krampachtig gelaten gelaat
Gemeen niet gemeend, al heb ik bij vlagen
mezelf jouw venijn aangepraat
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid