wat moet ik nu?
de zon gaat onder,
de lucht wordt zwart.
het is tijd om te gaan slapen
maar ik kan het niet.
weet jij waarom?
snap jij waarom?
ik kan niet slapen:
m'n gedachten gaan uit naar één persoon.
één persoon waar ik van hou.
één persoon waar ik bij wil zijn.
mijn hart wil ik geven aan hem,
aan hem de jongen van mijn hart.
ik geef de jongen mijn hart
maar ik krijg niks terug.
zijn hart is al weg,
al weg naar een ander:
een ander beter dan ik.
zij is knapper
zij is liever
zij is beter
zij is aardiger.
ik ben de duivel,
zij is de engel.
ik vecht om hem,
hij vecht om haar.
wat moet ik nu?
Geplaatst in de categorie: emoties