De boom
In de avondschemer sta jij daar
grillig en krom, een beetje raar
Alsof je uitkijkt over de velden
met een enorme bos verwilderd haar
Donker en grauw en waar kijk je naar
Eenzaam en geen andere boom te zien
Krom, door ouderdom versleten,
bijzonder als je bent,
jij wordt dus niet vergeten
Donker en grauw, een oude vrouw
Geen heeft zo’n zware kroon of van die wilde takken
Het is alsof de wind ze telkens weer wil pakken
Een bos hout, samengebonden op je kromme rug
Scherp afgetekend tegen de grauwe lucht
Donker en grauw, heel ongerust
Er komt vast onweer opzetten,
schuilen en beter opletten
Maar niet onder de boom
In een greppel, heel gewoon
Donker en grauw, flitsend gauw
De boom geknakt en kapot gegaan
Een donderslag vanuit de hemel
De boom van alle luister ontdaan
De boom, hij is verdwenen
Geplaatst in de categorie: afscheid