Bij monde van de Schelde
ontnemen ochtendnevels zicht op andere kanten
stoeien kleine golfjes voor de boegen
weten stoere mannen wel van wanten
als loodsboten door golven ploegen
krijst in ruime luchten meeuw
ziet in het verschiet jouw laatste friet
op het Bolwerk staat fier die beroemde Zeeuw
ontlokt het lome zand de andere een geeuw
daagt een storm het water uit tot dansen
moeten kleine scheepjes zich in haventjes verschansen
zet Vlissing ‘s windorgel bij het Nollestrand
een Verlag van Bach naar eigen hand
flikkert in de verte een licht
Breskens vuurtoren nog net in zicht
schuimend meisop op de stranden
maken kwallen blauwe veekranden
is de wijting een heerlijk ding
gauw gemaakt tot kibbeling
ligt bij iedere kromming
een andere kleur betonning
overspoelt de vloed
het blaaswier zoals het moet
breken op het basalt de golven
word je door het zand bedolven
meurt een krabbenschaaltje in je hand
smeden mist en water band
is het opgedroogde zout niet gedwee
onontkoombaar neem je ‘t mee
vindt bij de oever een vogel graf
fakkelt aan de overkanten Dow wat af
in de late avondzon
kiest container lijn met bron
staat een eenzame visser op het strand
dartelt de jonge hond nog door het warme zand
maar bij het donker worden van de nacht
is ze langzaam opgeslokt in haar pracht
Geplaatst in de categorie: landschap