Troost.
Ik wil je hand aaien,
en zeggen dat de pijn milder wordt.
Je wang strelen, je tranen wegkussen.
Je helpen dragen.
Ik kijk je aan,
geen woord over je lippen.
Je sluit je af,
ik kom er niet door.
Het geeft niet,
ik warm me in jouw schaduw.
Wanneer de hemel naar beneden komt,
vulkanen zullen zijn.
Moet ik je dan vertellen
dat ik je troost was?
Dat mijn liefde jou
had kunnen omringen?
Ben ik zo argeloos dat ik niet door heb
dat jij hetzelfde bij mij wil doen?
Geplaatst in de categorie: liefde