stroom
voort,voort,
wat er is
is nu niet meer,
het is al verleden.
ga, ga, stap snel,
de volgende,
haast, haast.
pak, neem, struikel, stap, hinkel, til,
sta niet meer stil.
vort, vooruit daar ligt het,
daar, daar ligt het te wachten,
te wachten in rust.
de rust van ruisen,
van niets,
van bomen en bladeren
en wind,
van vogelgezang en vissen
die drijven in sloten,
kanalen
en zeeën van tijd.
Geplaatst in de categorie: tijd