Flip Slokop
Flip Slokop uit Aldeblas
die wonder wel in het eten was
kwam eens door Den Haag gegaan
en zag een Jood met kersen staan
die riep vijf centen maar een pond
Flip die wou passeren gaan
maar kijk de jood die hield hem dadelijk staan
en zei koop ook een pond daarvan
maar Flip die zei een pond wel man
ik kan je hele wagen wel aan
top riep de Jood als je dat kan
verwed ik de wagen eraan
maar als je hem niet helemaal op kunt
dat je hem dubbel betalen zult
nu zei Flip dat is mij goed
en begon op staande voet
in een oogwenk wenk waren de kersen half op
het haar begon te rijzen op de Jood z'n kop
wel onfatsoenlijk mens
je hebt geloof ik een zwanenpens
maar Flip hield woord
en rustig kersen voort
ineens begon hij uit allemacht
en sleepte hij het laatste beetje in zijn wacht
oh Vader Abraham Isaak riep de Jood
wie helpt mij nu uit deze nood
nu kom ik zonder ketel thuis
en slaat mijn wijf mij vast in het gruis
ik moest van het geld een ketel kopen
nu zal mijn wijf mij het vel afstropen
Flip een edelmoedig man in nood
kreeg medelijden met de Jood
en zei kom ga met mij
er zal nog wel een ketel zijn
en ze stapten blij van zin
een ketelwinkel in
Baas Koperrood zo sprak Slokop
zoek mij je grootste ketel op
Baas Koperrood die ging terstond
en zocht zijn hele winkel rond
toen bracht hij een ketel op de baan
die nauwelijks in het vertrek kon staan
maar Flip die zei heel kalm en koel
is dat de grootste van je boel
dat zal wel niet meneer
die poep ik vol in ene keer
wat riep de man als je dat kan
verwed ik de ketel eraan
maar als je hem niet tot de rand toe vult
dat je hem dubbel betalen zult
Flip zet zich neer en niet de ketel alleen
het kwam er zelfs al overheen
stop zei de man je kunt wel gaan
nee zei Flip er komt nog meer aan
hij had nog niet de volle gedaan
of ze moesten op de stoelen staan
nu dat was eerlijk verdeeld
de Jood die kersen verloor
had daar een nieuwe ketel voor
de koperslager had voor zijn waar
een goede mest wel voor tien jaar
en Flip die eens lekker gegeten had
zo hadden ze met z'n drieën wat
Inzender: helly vande Ruijtenbeek, 3 mei 2010
Geplaatst in de categorie: humor