Solitair
De andere dichter en dichteres voelt
als een soort heiligdom, wat ik niet
betreed. De benen van Rutger Kopland
waren kleiner dan ik dacht, als van
een dwerg, niet capabel genoeg om mij
in te halen als ik hem een poets bak.
Ik ga alleen naar toverland om wat
dichterlijk voedsel te halen, daar
doe ik toch niemand kwaad mee, hij
natuurlijk in sneltreinvaart een ander
pad kiezend, hij kent de betere paden,
ook al rent hij met magere dwergbenen.
Met andere muzen converserend, een warm
rendez-vous met blindgeworden tovenaars,
straalbezopen en tandenloos. Dat. Wat
droomcontact. Irreëel, maar even elkander
rakend zoals vlinders vleugelvrijen.
Bovennatuurlijk natuurlijk. Maar dat
doet zelfs hij mij niet na.
Geplaatst in de categorie: psychologie