Het zout in mijn leven.
Je kon het niet laten,
je moest het wel doen.
Een baard van twee dagen,
die raspte mijn wangen.
Al riep ik: "Au, au, dat doet pijn"!
Inwendig... ja, inwendig vond ik het fijn.
Twee pikzwarte handen,
door het werk, dat je deed,
om mijn schone, gewassen gezicht.
Al riep ik: "Niet doen, nee, niet doen"!
Ik gaf hem je wel...
Je kreeg hem... die zoen.
En lag ik in bed,
onder ons huw'lijksportret...
dan kwam je naar binnen als "Generaal".
Je bracht een saluut: "Leve de koningin"...
en als ik al zei: "Toe stel je niet aan".
Eenmaal in bed, kroop ik tegen je aan.
Al deze dingen zijn lang reeds vergaan,
ze zijn nu het zout
in mijn eenzaam bestaan.
Ze toveren een lach op mijn oude gezicht,
ze kruiden mijn leven,
ze maken het licht.
Inzender: A.Stik-Snijder, 8 maart 2011
Geplaatst in de categorie: liefde