IN HET TIJDLOOS EINDE
Toen de zon over de einder gleed
gleden plots tranen van mijn ogen
Ik, die zo onder het eenzaam leed
zou hier niet langer wezen mogen
Terwijl zachte tinten verkleurden
braken er duizenden zonnestralen
Mijn ogen, die al zolang treurden
wensten dat God mij kwam halen
Toen ‘t stil achter de einder stierf
week toch ’t eenzaam niet van mij
Ik die door ‘t tijdloos einde zwierf
wist ‘t eenzaam altijd aan mijn zij
Waar de stilte in ‘t tijdloos gleed
wachtte mij die uitgestoken hand
Die tot mij sprak en niets verweet
doch mij verwelkomde in dit land
Zie ook: http://www.ansentonrijkers.nl
Schrijver: Ton Rijkers, 25 november 2011
Geplaatst in de categorie: mystiek