Voedertijding
Scheefhangend de oude treurende wilg
overhangend zijn kale takken de ijssloot.
Zachtjes bewegen de slierende vruchtdragers
in de frisse winterwind als stijve dikke haren.
Eronder glibberglijden de eenden naar
het door kinderwanten in het wak gegooide
in hapklare blokjes gesneden brood.
Het ijsgat, opengehouden door de bewegingen
van ganzen, koeten en ander waterwild,
transformeert in een pandemonium van
woeste vleugelslagen, gekakel en gesnater.
Zachtjes begint het te sneeuwen, gelijk met
het vallen van de vlokken, duiken witte
vleugels op, de dragers van meeuwenlijven
die hun portie krijsend opeisen als waren ze
de heersers van de lucht. Op de waterkant
verzamelt zich hun zwarte equivalent,
de kauwtjes, die met brutale scheefhupjes
het gevaar trotseren van het door het kindje
halfgemeende en onhandig uitgevoerde
laarsjes schopjes. Zo stoer proberend onder
gekras en gefladder de uit het plastic zakje
gevallen kruimels op te pikken.
Met opgetrokken schouders staat de oude reiger
hooghartig en vol verlangen te wachten op de
rust die straks weer gaat komen, hij slikslokt nog
na van de zojuist met veel geluk gevangen vis.
Het is zes uur.... etenstijd.....
Geplaatst in de categorie: natuur