DESPERAAT GEBED
Toen mijn klok twee had geslagen
gleed uit mijn mond een stille zucht
De diepe stilte kon ik niet verjagen
voor het leven was ik op de vlucht
In het duister, in het kille eenzaam
weerklonk stervend verkeersgeluid
Mijn oog zag naar ’t beslagen raam
en als vanzelf stapte ik het bed uit
Uit mijn mond fluisterden woorden
iets als een droevig desperaat gebed
Over een droom van andere oorden;
een wereld, niet door smart besmet
Toen mijn klok zeven had geslagen
ontsnapte aan ’t lijf de laatste zucht
Verder leven, kon ik niet verdragen
bijgevolg toog ik maar op de vlucht
Toen de kerkklok één had geslagen
daalde mijn lichaam geleidelijk neer
Niemand kon ‘t waarom nog vragen
elk echter voelde pas toen mijn zeer
Zie ook: http://www.ansentonrijkers.nl
Schrijver: Ton Rijkers, 18 december 2011
Geplaatst in de categorie: overlijden