inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

hartenkreet (nr. 36.176):

Mijn kinderhoofd

Mijn kinderhoofd, mijn kinderhoofd.
Oh wat een mooi kinderhoofd heeft God mij beloofd.
Het was altijd in zaligheid gehuld
En met de zoetste gedachten gevuld.

Mijn kinderhoofd, mijn kinderhoofd.
Vol groenblauwe ogen, speels en wonderlijk
En mijn hoofd en hart waren nog tezaam
Ik droomde en dacht ermee totdat ik in blijheid ermee in kinderbed terechtkwam.

Voor elke dag weer hoop voor mijn kinderhoofd.
Ontmoetend vele andere lieve kinderhoofden.
Die waren altijd blij en opgewekt om mijn kinderhoofd te mogen zien.
En ook de volwassen hoofden glimlachten naar mijn kinderhoofd.

Toen ik iets groter kind werd huilde ik angstige traantjes in de badkuip.
Ik had al lang een bang voorgevoel.
En op een dag zag en voelde ik dat dat zalige kinderhoofd niet meer op mijn hals zat.

Ik ging nu dragen een nieuw hoofd.
Volwassenen was het niet.
Het was en is nog steeds geen hoofd.
En als zware slingers onder een klok het niet meer kunnen doen zo ook mijn wat geen hoofd is.

Mijn hals moet zware gewichten dragen.
En ik betast mijn gezicht wat geen gezicht meer is.
Ogen van kinderhoofd zijn er nog wel, nog steeds groen en blauw, maar zo klein en nietig geworden.

Ik ben zonder gesternte, zonder gezicht.
En de hersentjes werkten niet meer.
Die paar die het nog wel deden werkten tegen mijn zaligheid en hart en ziel.

En toen ik wilde beminnen
Beminde ik niet.
Ik speelde vals met de liefde.
Ik kuste met mijn lippen de lippen van de ander.
Maar niet in mijn hart en ook niet met mijn hoofd beminde ik waarlijk.

Ik dacht nog een beetje toen met mijn hoofd.
De meest simpele gedachten.
En mijn hele gezicht verdween toen.
Ik werd vele jaren later weer alleen wakker op bed.

Geen kindergedachten, geen mogelijkheid meer tot dagdroom.
Zelfs de eenvoudigste gedachten mochten niet meer in mijn hoofd bestaan.
Met mijn hartje kon ik met pijn en moeite nog denken.

En op mijn hals draaiden twee vrouwenbillen.
Werkelijk ranzige billen groot van formaat.
Schoon, kuis maar ook lelijk en niet toonbaar.
Ogen heb ik nog maar niet groter dan een oog van een naald.

En erger is mijn straf geworden en ook geneesmiddel voor mijn ziel.
In mijn slaap zijn er grote darmen uit mijn maag gegroeid tot in mijn hoofd en hebben alle resterende hersenen verwoest.

En waar ik eens leugenachtig de liefde bedreef zijn alleen de lippen nog over.
Kersenrood en vlezig, dik en rond om een vuile nieuw verkregen anus in mijn billen op mijn hals.

Alleen als ik met een lief hartje spreek dan heb ik even schone en zalige mond en daarna kan ik een beetje water drinken.

Nu mijn kindertijd, mijn kindertijd.
Het is voorbij.
Voorbij met de dagdroom en gedachten van kinderhoofd.
Tezaam met kinderhart, het is voorbij.
Wat rest is een achterwerk boven mijn hals stil en schoon te houden, zoals die boven mijn benen onder mijn rug ook
zwijgt en ik schoon moet maken.

Schrijver: cornil, 15 februari 2012


Geplaatst in de categorie: verdriet

3.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 381

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Fari So
Datum:
29 februari 2012
Veel sterkte toegewenst. Vol gevoel geschreven.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)