TER HERINNERING
Uren en dagen heb ik aan jouw bed gezeten
onze woorden en gebaren zijn gesleten
doodmoe ben ik ervan geworden
doodstil heb ik naar jou geluisterd
met een doekje je mond steeds afgeveegd
je wilde yoghurt eten gemengd met sap
alles wilde je aan mij vertellen, je wilde het kwijt
je geest was helderder dan ooit, niet aangetast
nog nooit was je zo open en zo welbespraakt
je dichtersaard kwam eindelijk tot zijn recht
in vaak moeilijk te doorgronden zinnen geslecht
kon je nu aan het uiteindelijke afscheid beginnen
maar ik wist dat er iets heel verborgens in je huisde
nooit uitgesproken, nooit uit de kast gekomen
dat enorme intense verdriet, dat je beschaamde
het leed, dat steeds weer bij je was, dat ik beaamde
eindelijk was het hoge woord eruit
waarom hield je het voor altijd verborgen
ook voor die mensen die voor je zorgen
en dan opeens de zuster bij je bed
je richt je op en zegt met vaste stem
morgen vroeg om half acht de dokter hier
ook de officier van justitie moet aanwezig zijn
mijn sterven ligt nu vast, geen tranen bij mijn bed
ik wacht op je bovenaan de hemeltrap
dat was zijn volledig bewuste afscheidsstap.
Zie ook: http://www.udingiam.com
Schrijver: HANS UDING, 25 februari 2012
Geplaatst in de categorie: afscheid
Ik herinner het me nog goed.
Een traan laten was verboden.
Een goede vriend verloren.