ZANDDREEF
Langs de boswachterstuin en woest heideveld,
tot aan wijd boerenland, een klein gehucht,
ligt de mulle weg onder koele lucht
uit beukenloof, dat zacht naar de grond helt.
Die bomen hebben rijke jaren geteld,
uiten tezamen een vastberaden zucht,
sprekend van wijze, liefdevolle tucht,
staan als wakers, lustig streng opgesteld.
Hun bedaagde stammen, ofschoon vrij laag,
zijn fier, bewust, verheffen zich recht
boven pluimgras met struiken, lichten soms traag:
dofbruine kaarsen, gedrongen, en zeer hecht
mogen nooit branden, maar stralen toch vaag:
schaduwgloed vlamt stil, terwijl ze vredig vecht.
Geplaatst in de categorie: natuur