ZWERFPOES
Een mooi meisje uit een grote stad
zo’n stoeipoes op wie velen vielen
Die bezat een poesje, een zwerfkat
waarbij de mannen wilden knielen
Dikwijls zat ’t poesje voor ’t raam
verlangend naar eenieder te staren
’t Diertje voelde zich wat eenzaam
want ze zag kanjers door de haren
Iedereen die ‘t beestje wilde aaien
die moest aan de eigenaar dokken
alvorens zaden in de tuin te zaaien
Doch elk deed dit zonder mokken
Onverzadigbaar was het beest wel
die kon wel weken achtereen eten
Zij beschouwde eten als haar spel
hoeveel, moest zij toch zelf weten
Soms werd haar eten opgevangen
in een raar speentje, zonder gaatje
Dan zocht zij een nooduitgang en
als die ontbrak, dan was dat naatje
Toen eens een gozer had gewenkt
vulde haar mondje zich met water
Nee, zij voelde zich niet gekrenkt
vrouwtje nam de man, zij de kater
Zo genoot poesje ’t broek bestaan
met ieder halfuur een andere kater
‘t Meisje bleef voor elk openstaan
en hun memoires, die volgen later
Zie ook: http://www.ansentonrijkers.nl
Schrijver: Ton Rijkers, 13 december 2012
Geplaatst in de categorie: humor