parelende lach
Een bosnimf kwam op ons pad
Uit het niets opgedoken
Heur haren rossig, en dat
Had zij heel hoog opgestoken
Wat ons opviel was haar lach
Zij gooide het naar buiten
Het klonk, als ik het zeggen mag
Zoals de vogeltjes fluiten.
Dit geluid hield ons gevangen
Wij werden bedeesd en stil
Zij was met vreugde behangen
Wij vonden haar zowel rijp als pril
De blauwe lucht was haar achtergrond
Wat contrasteerde met haar kiezen
Zo te lachen met die gulle mond
Deed ons de tijd verliezen.
Inzender: driehuis, 9 januari 2013
Geplaatst in de categorie: vrouwen