HET STILLE HUILEN
Haar bloesje had ze uitgedaan;
haar armen, die rilden ontbloot
Waar geen haar kon gadeslaan
daar was ze haar eigen despoot
Ze was de rechter en ook beul
in het diepe stille van de nacht
Nadat zij ‘t fatum had gezeuld
miste zij voor verzet de kracht
Waar ook ‘t maanlicht ontbrak
terwijl zij door ‘t donker gleed
Zocht ze een scherf in haar zak
voor een uitgang van haar leed
Rode tranen in ‘t snijdende stil
o ze was verschrikkelijk alleen
Niemand, als een helpende wil
sloeg ooit armen om haar heen
Zie ook: http://www.ansentonrijkers.nl
Schrijver: Ton Rijkers, 7 februari 2014
Geplaatst in de categorie: verdriet