De hondenlul
Haast ieder potje voetbal eindigt in een grote rel
Vanwege arbitrage of een iets te futloos spel
De aanhang raakt fors aan de kook, scandeert in luid gebrul
Van Hie van Há, van Hie van Há, van Hie-Há-Hondenlul
Men spuugt en trapt en bijt en schopt, verkoopt elkaar een lel
En ’t vuurwerk doet sterk denken aan een losgebroken hel
In één ding blijft men echter eensgezind, er klinkt weer gul
Van Hie van Há, van Hie van Há, van Hie-Há-Hondenlul
En is de wedstrijd uitgespeeld tot op de laatste tel
Dan gaan echt alle remmen los, u kent dat denk ik wel
De knuppels komen voor de dag en pezen van de bul
Een ketting of een pijpje lood, dat is geen flauwekul
En in de trein op huis aan zingt eendrachtig heel het spul
~Ik ben een Hie, ik ben een Há, ik ben een Hondenlul~
Geplaatst in de categorie: lightverse