De buurtsuper
De ding-dong ging, mijn oude grootmoeder deed open.
Er stonden twee man in het portiek, met platte tassen,
ze oogden glad geschoren en ook fris gewassen,
waarop mijn Oma dacht: ~Die willen iets verkopen.~
Toen ze gedrieën aan de koffietafel zaten
-de kopjes vol en op het schoteltje een koekje-
trok één der heren uit zijn aktettas een boekje
en kwam terstond van ~Rijke Boodschappen~ te praten;
die kon je met geen goud of diamant betalen,
maar in de winkel van Jehova gratis halen.
Mijn Oma luisterde aanvankelijk gelaten,
maar bij het tweede kopje toen trok zij de kar
en zei kordaat: ~Ik dank u voor ’t gezellig praten
maar blijf mijn spulletjes toch kopen bij De Spar.~
Geplaatst in de categorie: lightverse