Tuinfantasie - 14e tafereel
Maar mij maakt het wel als een kind zo blij,
(daartoe voel ik de drang bij tijd en wijle)
doormiddel van een krans dan wel een rei
me rijmend aan mijn tuintje op te geilen.
En met mijn schrijven doe ik niemand kwaad,
in tegendeel, ik blijf aan huis gebonden:
Het houdt me uit de kroeg en van de straat
en weg van buitenechtelijke zonden.
Hoe het ook zij of hoe je ’t keert of wendt,
al wrong ik me in kronkels dan wel bochten,
vier regels nog, dan ben ik aan het end
en is de krans wat mij betreft gevlochten.
Zo al met al werd het een lijvig lied . . .
Mijn tuin? Ach zo reusachtig is hij niet.
p.s.
Alleraardigste trouwe lezers (V/M)
Het was een hele berg om te verkroppen
Mijn woordenstroom die kende haast geen grens
U opperde waarschijnlijk vaak de wens
~Die kloris mag van mij nu eerdaags stoppen~
Maar ja, u weet hoe dat soort dingen gaan
Je hebt een klauwtje rijmwoorden te pakken
En voor je ’t weet sta je volop te bakken
Dan ga je door totdat er vijftien staan
Ja voor ’t moment is het wel weer genoeg
Ik laat de pen voorlopig even rusten
Al voel ik af en toe verborgen lusten
Maar nog een krans . . . daarvoor is het te vroeg
Mijn tuin aangaande ben ik uitgeluld
Ik dank u voor uw engelengeduld
Als immer
Uw Adriaan
Geplaatst in de categorie: lightverse