Opwaarts
(voor Hannes van der Laan, zwerver (1949 - 1992))
Het land is verlaten en het monster
roept hen die geen gevaar verwachten,
alleen warmte, maar kou is wat rest.
De ontembare wilde in de woeste nacht,
een trage winterpijn, hoop, die nooit
zal smelten, alhoewel de wereld staat
niet stil, maar niemand zag hem toen
de duisternis zijn wezen kuste, de
hemel nam hem terug en het onsterflijke
is gewonnen: de liefde na de dood, waar
niemand omheen kan. Terug naar het grote
niets, waar geen pijn is, hoezeer ze
hem ook sloegen, hij was onaantastbaar
en geestelijk reeds niet aanwezig.
Geplaatst in de categorie: liefde