VOC ballade
Ontbering kerft m’n leven
Door misoogst, honger en dood
ben ik naar Amsterdam gedreven
Daar is werk, daar is brood
Los de trossen, licht het anker
Hijs de zeilen, kom we gaan
De wind zit in de noordhoek
Grijpt het roer, houdt stuurboord aan
Het water is groen en slijmig
Maden graven in het vlees
Luizen kleuren m’n hemd rood
Dagelijks striemt de bullepees
Bij de Kaap gaan we voor anker
Lam en blind kruipen aan dek
Vers water, verse groente
maken de maats van blijdschap gek
De stormwind zwiept ons oostwaarts
Was ik maar nooit scheep gegaan
Dag en nacht knarsen de pompen
Heer redt ons, we vergaan
Maar als een bries de zeilen streelt
Zacht maanlicht dek en want bespeelt
Een bruinvis schalks mijn blikken steelt
is zeewind balsem, die alle wonden heelt
De jongen in het kraainest
wijst naar het ochtendlicht
Vóór ons ligt de Krakatau
Batavia komt in zicht
Geplaatst in de categorie: reizen