inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

hartenkreet (nr. 607):

Traandamp

Soms drijft er een pestwalm door het hart
Dan verbied ik het verdriet
Elke porie laat zijn gif los,
Elke vezel dorst naar ander, warmer bloed.
Wie vat mijn knopen, vangt mijn wilde vlinders?
Het woord is een stemmig maal,
niet het gefluister in de wandelgangen,
het gemelijk verhaal die een naam vernielt.

Een ruimte zwelt in mij
maar ik wurg de gruwel met zijn klauwen van venijn.
Ik speel met de inkt,
flirt met de grenzen van een taal.
Elk gebrek wil ik verdragen,
behalve de jongen die zijn vlam laat doven,
zich verslikt in een duister fortuin.
In spinsels van bedrog gevangen.

Geef me de mens die de vloer durft kussen,
dansend op het blinkend ijs,
met de daver in de ader.
Laat de mens natte klei zijn
of vaardige vingers die de klomp kneden.
Maan en zon worden een saaie vertoning.
Ik ontsnap aan de vrede van mijn schuilkelder
waar een vaal vocht van de wanden druipt.

Hoor je de stampende pomp,
werveling in de woestijn?
Water spoelt mijn nieren,
blust de sintels van verlangen.
Een milde toekomst lokt me. Een gloed!
We bewaarden een half biljet,
waardeloos in een borstzak.
De kus lees ik nog net van jouw gezicht.
Slaaf van de trouw word ik.

De sloper met een kwaad geduld
verandert de burcht in een heuvel van gruis.
Onze eerste ontmoeting leek op een afscheid
en toch sloop de tederheid in onze taal
en vorder ik, ondanks de sterrenlast,
stof dat zich door mijn sappen mengt.

Schrijver: Wimper, 19 oktober 2002


Geplaatst in de categorie: verdriet

3.0 met 5 stemmen aantal keer bekeken 426

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)