confrontatie
Stralende ogen,
in een geluidloze lach.
Als weke boomtakken in een storm,
strelen haar armen de zon.
Niet luisterend,
hoort ze mijn haperende stem.
Er is geen tijd,
we moeten nu echt gaan.
In geaccepteerde nietigheid,
betovert ze de zon.
Duellerend in een duet,
verwonderd en bewonderend.
Herfstbladeren vol kleur,
dwarrelen omhoog van de takken.
Vrijelijk zwevend,
bewegend.
Haar geest,
aan de begrenzende motoriek ontsnapt.
Pirouetten voor de zon,
de zon cirkelend om haar.
In een stralend grijs gebied,
overlapt werkelijkheid fantasie.
In een centrifuge om haar middelpunt,
kijk ik verschrikt naar de zon.
Misselijkheid en ademnood,
ik houd het voor gezien.
Het tempo stijgt,
ook de zon verdwijnt.
Haar oogleden zakken,
als wolken voor de zon.
Haar euforische krachten,
tillen me troostend van de grond.
Een moment van haar grootsheid,
ik voel me blijvend klein.
Op de gesloten groep,
is het tijd voor haar pillen.
Haar pillen,
mijn redding is nabij.
25 december 2002
Geplaatst in de categorie: ziekte