Kriebel
Zij speelt rechter en beklaagde
De gevallen maagd met vale kaken
Die me haar prikkelsteen gunt
Op een lauwe avond waar lid en vijg versmolten.
Mijn deugden kerf ik in jouw gelaat dat blaat van milde verwijten.
Met verdorven gewoontes ben je omringd
Nu al stamel je voor de duivelse rat
Die zuinig aan jouw enkels knaagt
Tot je wankelt naast de maalstroom van mist.
Ik hunker naar een glimp van jouw dij
Jouw tepels – rozen op marmeren heuvels
Smalen teder in de schemer
‘Meer en nog’ bedel ik en buig voor de oprisping van hitsig kwijl
De ogen gesloten
Verwaait jouw mond in een maanglans.
Geplaatst in de categorie: erotiek