Vrouwenmantel
Aan de kapstok hangt de jas
even later in de tuin
kijkt zij mij aan
bladeren opengevouwen
haar stem klinkt bij
het ritselen van plant en struik
In bed ligt zij, de wangen
rood en opgezwollen van de koorts
in haar ogen een waterige blik
Uit de keuken fluit
de ketel een waarschuwend lied
er moet nog thee gezet
Bij het naar binnen komen
begraaf ik neus in haar jas
snuffel haar geuren op
laat gedachten verzinken
tot haar nijdig tikken
op de buizen gaat klinken
Geplaatst in de categorie: ziekte