En de nacht gaat verder
Wanhopig tekenen mijn lippen
de leegte op het laken,
ze betasten het snikkende stof,
opgerold tot een levenloze gedaante.
Ongrijpbaar en herhalend rimpelen
kreten zich langs versleten naden,
schaduwen op de muur vormen
een vreemde en groteske parade.
Mijn lichaam laat ik zakken
in de wurggreep van de nacht,
de afstand tot mijn blauwe lippen
is door het scheuren van mijn tong verzwakt.
Stukgebeten door elke ademtocht,
in de traagheid van mijn slapen,
vullen onzichtbare kwelgeesten mijn ziel,
ik kan het licht niet meer bewaren.
Mijn huid kleeft aan het laken,
tekent tralies op het raam …
tot de leegte zich vergrijpt
aan mijn ingekraste naam.
Geplaatst in de categorie: verdriet