Zusje van me
de tuin is mooi van kleur en vol van zomerleven
en ik geniet van kosteloos en puur geluk
maar dan opeens zie ik het voor mijn oog gebeuren
een vlinder valt zacht voor mij neer, gebroken, stuk
een vogel vliegt voorbij zonder ook maar te merken
dat onder hem een kleine vlinder sterft
haar vleugels brandend van nog levend wild verlangen
in kil verkleuren door de doodse wind geverfd
opeens ben jij er weer, terwijl het dier uiteenvalt
ze dwarrelt nog, maar wordt al snel een dof stuk as
mijn kleine zus, eens was jij ook een mooie vlinder
die net zo plotseling als deze niet meer was
je bent al zolang weg, dat ‘k niet zou moeten missen
maar juist het tegendeel is waar; ik mis je zeer
hoe kon ik mij daarin zo gruwelijk vergissen
waar kan ik zoeken, want ik vind je nergens meer
in deze stemming pak ik weer de doos met foto’s
en kijk naar plakjes van ons leven toentertijd
foto’s van vroeger, beelden die niet meer bewegen
maar in mijn geest bleven ze levend, al die tijd
nostalgisch stille mist, vervagende figuren
beelden van vroeger waar geluid al is gesmoord
niets komt, niets gaat en ik blijf uren naar je turen
in 't album van gezamenlijk verleden leef jij voort
ik was nog pop, jij was al volop vlinder
tijdens die dartelende jaren van geluk
zo teer en mooi was jij, een roze dromenvinder
het leven sloeg keihard en veel te vroeg jouw vleugels stuk
op maten van herinnering wiegen de oude dromen
'k wist niet, voordat die vlinder viel, dat ik nog missen kon
maar mooie meid, zou ik jou ooit nog tegenkomen
dan ging ik met je terug naar waar jouw vlucht begon
Geplaatst in de categorie: verdriet