Triest
Ik val neer
in het klamme bed
van de nacht.
Je adem was
een warme deken
die op mij viel.
Ik huil tranen
van eenzame lust
woel lakens wit.
Kou bevangt
mijn dwarse ziel
een togende pijn.
Zij zag me,
kwam tot mij
en overwon.
Ik droom niet meer
de slaap krimpt
mijn zelfbesef.
Wat ik heb verwacht
heeft me niet gered
maar onthutst verlaten.
Op de verre kust
van stil verlangen
strandt mijn waan.
Geplaatst in de categorie: verdriet