Kleine ode aan de grote Turkse vrouw
Toen ik stond te klungelen met mijn pas,
hekken zich sloten, een metro passeerde,
schoot ze met te hulp: de grote Turkse vrouw
met hoofddoek lachte, knikte, deed het voor.
Nadat ik zuchtend was gestopt,
stond ze zomaar naast me, mij terzijde.
Ze liet zien hoe ik moest kopiëren.
Ik keek nog even om; ze was al weg.
Mijn keel was een woestijn.
Ze stapte van haar roze fiets:
de grote Turkse vrouw met hoofddoek wenkte:
‘Hier, maak je lippen maar nat.’
Ik begreep er niets van, maar geloofde alles.
Geplaatst in de categorie: vriendschap