toen ik zei, ik heb je lief
steeds dieper
beweegt de tijd
het gedicht in mij
verder reikend
dan het hobbelige spoor
op mijn hand
ik bekleed
witte vlakken
met eindeloos geduld
terwijl het licht
de trouwe minnaar
in naamloze ogen vangt
mijn stem raakt de nacht
sneeuwt sterren uit hun lange baan
toch
laat ik hem vreemd
in mijn adem bewegen
en wanneer de lucht
donker vertrekt naar een gebed
zonder einde
vertel ik god over dit gedicht
Geplaatst in de categorie: psychologie