Bidstoelde in de refter
ik was een wereldheer
mijn kruin nog vol behaard
nu ben ik broeder maar
draag als enige geen baard
verloor mezelf in
starend volgen van de bogen
die welfden tot het dak
vlak bij des herens hoogte
bidstoelde in de refter
die te koud voor woorden was
chambrette achter een gordijn
dat alle privacy verloren gaf
ijsde bij de koude kranenrij
waar oude lijven tandenpoetsend
kuchten kleedde me met bruine
pij waarin de stilte zuchtte
roken was verboden in gods huis
wij gingen naar de cour waar
broeder boer het water putte en
ons voor priors boze oog beschutte
ik weet niet wie ik ben
en wat het wordt bij deze vreemden
ondanks mijn aflaat en gebeden ben
ik nog steeds onlustig daar beneden
Zie ook: http://home.deds.nl/~wilmelkerrafels/
Schrijver: wil melker, 30 januari 2007
Geplaatst in de categorie: liefde