Oud Antiek
Men weet het present, waardig, maar in wezen niet daar
Die ziel zoekt een uitweg in het breken van oude grenzen
Ze stijgt omhoog, klapt schokkend tegen ‘t ronde hemelruim
Tuurt omlaag, valt in een diepe zee, angstig, grijs en grauw
Zijwaarts tuurt grijnzend een blik in cynische toverspiegels
Vanaf de overkant, puur en lonkend, oog in oog met jou
Het zit daar maar, is zichzelf teveel en voelt geen grond
Zelfs oplossen in onzichtbare ether geeft een hels lawaai
Mogelijk wil licht poetsen en de ketel niets verwijten
De schaamte vlot negeren en de leegte doen verdwijnen
De leugen regeert, kwetsbaar, mooi, antiek en naief
Prullen en tierlantijnen, opsmuk, dat al schijnt waar
Geplaatst in de categorie: filosofie