PREPARATIE
Een goed gedicht begin je met een leugen.
Je opent met een compliment, een klacht
en wekt de indruk dat al alles is bedacht.
Je schrijft het op als steun voor je geheugen.
De lezer? Die geniet met volle teugen.
Zijn ogen puilen uit, hij huilt of lacht,
telt op z'n vingers, dit is pas het acht-
ste vers, nog zes om zich op te verheugen.
Hij weet nog niet hoe hij wordt beetgenomen
en dat hij onder dwang en tegen heug en
meug heel z'n bordje letters leeg moet eten,
een flauw gerecht waarop een dichter zweette,
die voor sonnettenbakker slechts wil deugen.
Dus moge het u allen wel bekomen.
Geplaatst in de categorie: literatuur