Zomerzinnen
Wij waren met z’n vieren opgedeeld
in natgedropen stukken. Blauw gewaaide
uren met honderden leren voeten
opgeschoven naar teerbeminde schuren.
De tweede zomeravond roept om zinnen
wij drentelen om de hoek en krentenkoek
wapperen met gele stola’s, verwijlen kort
bij Kurt voordat de volgende wolk drupt
in de nek van roggebrood en het grauw
te grabbel ligt voor hij die bukken wou
op de speelplaats zonder deken.
Ergens klinken stemmen uit een kelder
onverstaanbaar maar o zo helder
een parapluie van woorden voor weken.
Geplaatst in de categorie: woonoord