naamloos
mijn mantel sleept de stilte mee
in slordig zwart, meebuigend
op de rand van je nagel
ik heb de dag niet gehoord
en de nacht wijzigt niets
ook niet de dubbele huid
mijn woorden te kort
het vlees te rauw
om te dragen op je borst
jij vreet je vol met splinters
en wormen uit mijn mond
die me hongerloos tot
zwijgen brengen
ik moet, gebukt,
jouw harde buik raden
Zie ook: http://blog.seniorennet.be/kerima_ellouise/
Schrijver: kerima ellouise, 6 september 2007
Geplaatst in de categorie: psychologie
Lieve groet Sylvia